PAGW en HWBP: meer landelijk samenwerken

Samenwerken doen deze grote waterprogramma’s al op projectniveau. Maar op programmaniveau wisten HWBP en PAGW elkaar nog niet goed te vinden. Een stevige aftrap in de vorm van een speciale bijeenkomst helpt de krachten te bundelen voor waterveiligheid en ecologische waterkwaliteit.

Kick-off werkplaats verbinden HWBP en PAGW
Beeld: Rijkswaterstaat
Directeur Erik Wagener (HWBP) en programmamanager Mascha Lichtendahl (PAGW) bij de kick-off

Een bont gezelschap doet op 24 en 25 mei in Utrecht mee aan de kick-off werkplaats verbinden HWBP-PAGW. Er zijn mensen van de Programmatische Aanpak Grote Wateren (PAGW) en mensen van de waterschappen en Rijkswaterstaat die verbonden zijn aan het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP). En er zijn mensen van ministeries, provincies, gemeenten en natuurorganisaties als Staatsbosbeheer en Vogelbescherming – organisaties die er baat bij hebben dat HWBP en PAGW meer op landelijk niveau gaan samenwerken.

‘Je moet elkaar als organisaties kennen’, zegt Rob Folkert, technisch manager bij de PAGW en medeorganisator van de kick-off. ‘Als je elkaar kent, weet je elkaar ook te vinden.’

Onderwaternatuur

Daarom werken ze tijdens de kick-off in 8 gelegenheidsteams gezamenlijk aan opdrachten die de casusgebieden betreffen: de IJssel-Vechtdelta en het Waddengebied. ‘Bij mij in het team zat iemand van de Waddenvereniging. Die zat te springen om dit initiatief’, zegt Regina Havinga van de programmadirectie HWBP. ‘Op lokaal niveau kan er qua natuurwet- en regelgeving veel niet, terwijl als je uitzoomt naar regionaal niveau er meer mogelijkheden zijn. De PAGW loopt lokaal tegen dezelfde obstakels aan als wij in onze projecten.’

Deelnemers aan kick-off werkplaats verbinden HWBP-PAGW
Beeld: Rijkswaterstaat
Bezig met casusgebied IJssel-Vechtdelta

‘Als we bijvoorbeeld extra onderwaternatuur in de Waddenzee zouden creëren, kan die wellicht als compensatie dienen voor de brede groene dijken die we willen aanleggen’, aldus Regina. ‘Het idee is om de kust van Friesland-Groningen en de Waddeneilanden als een natuurlijke zone te benaderen om zo natuurlijker werkwijzen van dijkversterking toe te passen. Daarbij zijn zo min mogelijk asfalt en andere harde materialen nodig en kan grond uit de omgeving benut worden. Een groene dijk hoeft ook niet zo hoog te zijn en is eenvoudiger uit te breiden. Daarmee is hij beter voorbereid op gevolgen van klimaatverandering.’  

Scherpe lijn in landschap

Ook Rob Folkert benadrukt de noodzaak om breder dan dijkniveau te kijken. ‘Als je een dijk gaat versterken, ga je van de dijk uit als een scherpe lijn in het landschap. Maar kijk je breder, in het gebied en op systeemniveau, dan zie je andere mogelijkheden. Dan wordt het een gebiedsopgave, met kansen voor de ecologische waterkwaliteit en het ecosysteem. Ga je zo aan een dijk werken, dan kun je ook nieuwe leefgebieden voor soorten ontwikkelen. HWBP staat primair voor waterveiligheid, ons doel is de ecologische waterkwaliteit en het ecosysteem versterken. Door samen op te trekken realiseren we allebei. Alleen ga je sneller, maar samen kom je verder.’

Alleen ga je sneller, maar samen kom je verder

Volgens Rob vullen waterveiligheid, ecologische waterkwaliteit en natuur elkaar aan: ‘Natuur kan de waterveiligheid versterken. Zo kunnen vooroevers golfslag dempen en overstromingsvlaktes hoogwater opvangen. Building with nature biedt kansen om klimaatadaptieve, waterkerende landschappen in te richten. Nu we voor systeemherstel weer met dynamiek bezig zijn, kunnen we gebieden samen inrichten. Dus het moet ook samen, PAGW en HWBP.’

Deltacongres

De kick-off is volgens beiden geslaagd in zijn opzet: een kennismaking om vast te stellen wat er op dit moment belangrijk is. ‘Het is de bedoeling dat HWBP en PAGW een living community worden’, zegt Rob. ‘Nu is de vraag: wat moet er gebeuren om de programma’s vooruit te helpen? Want we moeten nog stappen zetten op programmaniveau.

Aan de slag met de IJssel-Vechtdelta
Beeld: Rijkswaterstaat
Opties intekenen: waar precies kan de IJssel-Vechtdelta komen?

Het doel is om op het Deltacongres in november een concreet plan te presenteren met bouwstenen: hoe pak je als 2 programma’s zo’n landelijke samenwerking aan?’

‘We richten ons dus op dingen die op projectniveau niet te veranderen zijn’, zegt Regina. ‘Projecten lopen tegen hindernissen aan die ze niet kunnen oplossen. We gaan nu met elkaar onderzoeken welke hindernissen dat precies zijn en hoe we die op programmaniveau oplossen. En anders, of ze op de agenda bij de ministeries van IenW en LNV kunnen komen...’