Werkbezoeken preverkenning Gelderse Poort
De Gelderse Poort is een van de vier kerngebieden in het Rivierengebied. Het bestaat uit een handvol deelgebieden met elk hun eigen kenmerken. De IJssel, Waal en Nederrijn stromen erdoorheen. Hoe start je als projectteam de preverkenning van zo’n veelzijdig werkterrein? Precies. Je stapt op de fiets.
De Gelderse Poort is een groot projectgebied met uiteenlopende kwaliteiten. Een mooie klus voor het projectteam om die bij de preverkenning in kaart te brengen. En om te onderzoeken wat er mogelijk is om hier de natuur verder te ontwikkelen en natuurlijke processen te herstellen – doel van de Programmatische Aanpak Grote Wateren (PAGW).
Ook het projectteam is divers. Naast medewerkers van de uitvoerende organisaties – Rijkswaterstaat, Staatsbosbeheer en de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) – zijn de provincie Gelderland en het Programma Integraal Riviermanagement (IRM) vertegenwoordigd. Om het werkterrein beter te leren kennen ging het team onlangs een paar keer op werkbezoek.
Zachthoutooibos kan tegen natte voeten
Door regen en wind fietsten de teamleden van De Steeg via de Havikerwaard naar de Lamme IJssel. Onderweg stuitten ze op grote waterplassen als gevolg van actieve zandwinning. ‘We zagen de rivier rustig stromen aan de ene kant, terwijl daarnaast vrachtauto’s met zand en grind af en aan reden. Het gaat erom langs de rivieren afwisselende leefgebieden voor planten en dieren te creëren. Dat doel bereiken op deze plek, met zulke diep uitgegraven waterplassen, stelt ons voor een stevige uitdaging’, zegt Lisanne Kusters, omgevingsmanager Gelderse Poort namens RVO.
Ook de Millingerwaard toont de invloed van menselijk ingrijpen, zij het beter aansluitend bij het riviersysteem. ‘Hier heeft de natuur weer de vrije hand gekregen. Er zijn stukken oude landbouwgrond afgegraven, zodat de oorspronkelijke planten weer terug konden komen. Dankzij konikpaarden en Galloway-runderen groeit het gebied niet dicht. Onder de hoede van meidoornstruiken kunnen her en der jonge boomscheuten uitgroeien tot ooibos. De grote grazers eten geen meidoorn vanwege de stekels.’
Of er dan een hardhout- of een zachthoutooibos ontstaat, hangt af van het aantal keren per jaar de boomwortels in het rivierwater staan. Lisanne: ‘Zachthoutsoorten als wilgen, elzen en populieren kunnen veel beter tegen natte voeten. Hardhoutbomen niet. In lange periodes met natte ondergrond komen er geen eiken bij. Dus ook geen hardhoutooibos.’
De grazers eten geen meidoorn vanwege de stekels
Oudste bomen van Nederland
Via de Kekerdomse Ward, tegenover de oude steenfabriek die nu vleermuizen huisvest, fietste het projectteam over een dam. De dam ligt in de hoogwatergeul die een paar jaar geleden in de Millingerwaard is aangelegd. Wanneer deze nevengeul overstroomt, voorkomt de dam dat het water te snel wegloopt. Daardoor blijft het grondwater op peil.
Ten noorden van de oude steenfabriek kwam het gezelschap bij het bomenmonument. Dit bestaat uit opgebaggerde eikenstammen van meer dan 8500 jaar oud – de resten van een hardhoutooibos dat onder water bewaard is gebleven. Sinds ze in 1995 zijn opgegraven, staan ze er als symbool voor de nieuwe natuur die in de vorm van rivierbos overal in de Millingerwaard is opgekomen.