PAGW projecten 3e tranche
Drie collega’s vertellen over de aanloop naar het besluit, door de ministers Harbers en Van der Wal, welke projecten worden opgenomen in de 3e tranche van de Programmatische Aanpak Grote Wateren (PAGW). Tot 1 september kunnen regionale overheden en organisaties reageren op projectvoorstellen van het Rijk en ook zelf projecten voorstellen voor de periode 2030-2033. Eind dit jaar 2022 besluiten de ministers over de 3e tranche.
Regionale overheden
De ministers Harbers (IenW) en Van der Wal (Natuur en Stikstof) laten de ideeën en het draagvlak van de regionale overheden en belangenorganisaties zwaar meewegen bij hun beslissing. Maar uiteindelijk beslissen zij naar welke projecten budget gaat voor uitvoering in de periode 2030-2033.
Drie mensen weten er alles van. Leen Kool is gebiedscoördinator voor het IJsselmeergebied en de Grote Rivieren bij het ministerie van LNV. Petra van Konijnenburg is omgevingsmanager voor PAGW bij RVO. En Peter Omvlee is regiocoördinator voor de Grote Rivieren bij Rijkswaterstaat.
Die 3e tranche, wat houdt dat in?
Leen Kool: ‘PAGW verloopt in fases; zogenaamde tranches. Het Rijk stelt 347 miljoen euro beschikbaar voor de 3e tranche van de PAGW. Regionale overheden en belangenorganisaties zijn nauw betrokken bij de mogelijke projecten voor de vier grote wateren: het Waddengebied, het IJsselmeergebied, de Grote Rivieren en de Zuidwestelijke Delta.’
Petra van Konijnenburg: ‘De regio’s kunnen reageren op projecten die het Rijk als kansrijk ziet; een deel van de 33 projecten die bij de start van de PAGW werden aangewezen. Een paar lopen er al, zoals Getij Grevelingen en Oostvaardersoevers. Er zijn ook voorstellen bijgekomen. We horen graag wat de regio’s hiervan vinden. De lijst van 33 is niet in beton gegoten.’
' De maatregel moet passen bij het gebied én bij het systeem'
Pareltjes kiezen
Peter Omvlee: ‘Als uitvoerende organisaties staan wij aan het begin van de invulling van projecten. In het Rivierengebied voeren we nu preverkenningen uit in de Gelderse Poort, IJssel-Vechtdelta en Rijn-Maas-monding in de Biesbosch. Grote gebieden, waarbij we nog niet exact weten hoe de invulling gaat verlopen.
PAGW werkt aan een gezond rivierecosysteem dat daarnaast ook in staat moet zijn extremen in afvoer, neerslag en temperatuur op te vangen. Hoeveel hectare van een ecotoop heb je daarvoor nodig? De doelen zijn bekend, maar hoe we er komen, dat moeten we al doende uitvinden.
We hebben bijvoorbeeld een grote opgave om ooibos te realiseren. Maar waar kan dat? En hoe doen we dat zonder de waterveiligheid te schaden? We zeggen dus niet dat er overal een ooibos moet komen, omdat dat in onze doelstellingen staat. Nee, zo’n maatregel moet passen bij het gebied én bij het systeem. Daarom is het belangrijk te weten hoe het systeem in elkaar zit. Welke maatregelen zou je waar kunnen uitvoeren? Het is de kunst om de pareltjes te kiezen.‘
De voornaamste maatstaf van Peter is dan ook dat de voorstellen uit de regio aansluiten bij het ontwikkelen en herstellen van het ecologisch watersysteem in de rivieren.
Vooruitkijken
Leeft de uitnodiging om projecten voor de 3e tranche voor te stellen in de regio?
Leen: ‘Die leeft er zeker. We merken wel dat het lastig is om zo ver vooruit te kijken. Wij vragen om projecten die pas in 2030 – 2033 uitgevoerd worden. De regio’s willen graag concrete voorstellen aandragen.’
Petra: ‘Een regio kan ook een voorstel voor een preverkenning doen. Daarin worden mogelijke kansen voor systeemherstel nader uitgezocht, ook op draagvlak en financiering.’
Hebben jullie voorbeelden van voorstellen uit de regio?
Leen: 'De aanvulling op de in uitvoering zijnde vismigratierivier bij de Afsluitdijk is voor ons een nieuw initiatief. Het idee is dat vissen zich via de vismigratierivier goed kunnen verplaatsen van de Waddenzee naar het IJsselmeer en vice versa. Door bij de uitstroom van de migratierivier ook zout water toe te laten aan de kant van het IJsselmeer en de zilte uitstroom geleidelijk terug te laten lopen in de Waddenzee, creëer je een gecontroleerde zoet-zout overgang. Dit past ook nog eens bij de PAGW-doelen voor het IJsselmeer.’
Overleg met de regio
Hoe gaat het overleg met de regio in zijn werk?
Leen: ‘Bij regionale bijeenkomsten komen wij regelmatig de context van de 3e tranche schetsen.’ Petra vult aan: ‘Wij hebben op verzoek van Natuurmonumenten ook voor de vier natuur- en milieucoalities per regio een sessie georganiseerd over de 3e tranche en de PAGW-streefbeelden. In de sessie met de coalitie Rivieren Natuurlijk heeft Leen toen de criteria en het proces van de 3e tranche uitgelegd. Daarna gaf de coalitie haar visie op de Grote Rivieren. Vervolgens zijn we gaan kijken waar bijvoorbeeld de verschillen zitten. Zijn er mogelijke 3e tranche-projecten? Daar kwamen interessante dingen uit voor de regio, zoals de Grensmaas.’
Draagvlak
PAGW ontvangt de voorstellen vanuit de regio graag gebundeld. Leen: ‘Dan krijg je per groot water inzicht in de voorgestelde maatregelen. Voor bijvoorbeeld het IJsselmeergebied ontvangen we de voorstellen via het Bestuurlijk Platform IJsselmeer (BPIJ). Als gebiedscoördinatoren van LNV en IenW begeleiden wij dat proces.’
Met regionale partijen en overheden bijeen in een bestuurlijk platform verwacht Leen dat gebundelde maatregelen meer regionaal draagvlak hebben.Het regionale draagvlak speelt mee bij de selectie. En de voorgestelde projecten moeten natuurlijk PAGW-doelen realiseren, of daaraan bijdragen. Dat is het belangrijkste criterium. Ook telt mee: zijn de projecten en haalbaar en betaalbaar tussen 2030 en 2033?
Voorbereiding
Hoe verloopt het proces voordat de uitvoering start?
Leen: ‘Bij uitvoering denk je dat de schop de grond in gaat. Maar daar gaan jaren aan vooraf. De 3e tranche bestaat feitelijk uit zeven jaar voorbereiding van de projecten die we in 2030-2033 willen uitvoeren. In die jaren ‘trechteren’ de voorstellen via MIRT-procedures naar concrete maatregelen.’
Petra: ‘Op het budget dat eind dit jaar toegewezen wordt, volgt een startbeslissing waarin het projectdoel staat. Maar ook hoe de aanpak is, wie er betrokken worden en hoeveel geld er beschikbaar is. De minister van IenW moet vervolgens akkoord geven op de startbeslissing. Als dat rond is, start de verkenning. Om weloverwogen stappen te nemen gaat er veel tijd in de uitwerking zitten. We willen als PAGW echt systeemeffecten bereiken. Dan ga je niet over één nacht ijs.'
Beoordelen en selecteren
Oefensessie
Half mei hebben beleid en uitvoering samen ‘geoefend’ hoe zij de regionale voorstellen voor de PAGW gaan beoordelen en selecteren. Leen:`We verwachten dat er uiteindelijk meer 3e tranche voorstellen komen dan dat er budget beschikbaar is`
Tot 1 september kunnen de regio’s voorstellen aandragen. Na 1 september beoordeelt beleid alle voorstellen en brengt advies uit aan de ministers.
Leen: ‘Wij maken een afweging waar de ministers een oordeel over geven. Het is een politieke keuze.’