Verlegging IJsseldijk Paddenpol: meer ruimte voor water en natuur
De 29 kilometer lange IJsseldijk tussen Zwolle en Olst moet komende jaren versterkt worden om hogere waterstanden in de toekomst te kunnen weerstaan. Maar bij Paddenpol blijkt het ook mogelijk om een deel van de dijk niet te verhogen maar te verleggen.
Zo krijgt de rivier meer ruimte en tegelijkertijd wordt het achterland beschermd tegen hoog water. De uiterwaard wordt breder en het water komt minder hoog te staan in tijden van hoge waterafvoer. Tussen de rivier en de dijk ontstaat een nieuw natuurgebied, dat tijdens overstromingen het water langer vasthoudt en als natuurlijke waterbuffer fungeert voor droge tijden. Er wordt ook een geul aangelegd voor vissen en het gebied wordt toegankelijk voor recreatie.
Hoogwaterbeschermingsprogramma
De dijkverlegging Paddenpol is een initiatief van de provincies Overijssel en Gelderland, de ministeries van IenW en LNV en Staatsbosbeheer. Vanuit het landelijke Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP) trof Waterschap Drents Overijsselse Delta al voorbereidingen om de dijk te versterken. In 2019 bleek uit onderzoek dat bij Paddenpol een dijkverlegging in plaats van een dijkversterking ook kansrijk was en direct kansen biedt voor natuurontwikkeling en waterveiligheid. Bij de uitwerking van het inrichtingsvoorstel voor de dijkverlegging werd samengewerkt met belangenbehartigers van onder andere natuur, landbouw, recreatie en met omwonenden en plaatselijk belang Herxen.
Minister Cora van Nieuwenhuizen: “Ik ben trots op deze samenwerking waarmee we laten zien hoe Rijk en regio het Nederlandse rivierengebied veerkrachtig en toekomstbestendig kunnen maken. Nu kan de dijkverlegging bij Paddenpol doorgaan, wat kansen biedt voor waterstandsverlaging, natuur, waterkwaliteit, duurzaamheid, ruimtelijke kwaliteit en recreatie.”
Ondertekening samenwerking
De minister van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) Cora van Nieuwenhuizen zette op 5 juli 2021, samen met diverse bestuurders, haar handtekening onder een samenwerkingsovereenkomst voor het verleggen van de IJsseldijk bij Paddenpol. Naast de minister ondertekenden ook Breun Breunissen van Waterschap Drents Overijsselse Delta (WDODelta), gedeputeerde Bert Boerman van de provincie Overijssel en directeur Terreinbeheer & Ontwikkeling Boudewijn Revis van Staatsbosbeheer.
De dijkverlegging is het resultaat van een effectieve samenwerking die zorgt voor waterveiligheid in combinatie met een klimaatbuffer en 13 hectare extra riviernatuur langs de IJssel. Een natuurgebied waar ook mensen van gaan genieten. De samenwerking is een landelijk voorbeeldproject van Integraal Riviermanagement (IRM) met uitvoering op korte termijn. Hierin werken Rijk en regio samen aan de uitdaging om het Nederlandse rivierengebied veerkrachtig en toekomstbestendig te maken.
Krachten bundelen
De dijkverlegging en de inrichting van het buitendijkse gebied dragen bij aan de doelstellingen van de Kaderrichtlijn Water (KRW), de Programmatische Aanpak Grote Wateren (PAGW), Integraal riviermanagement (IRM) en provinciale natuur- en klimaatdoelen. Zo zorgt de waterstandsdaling er voor dat waterveiligheid wordt gecombineerd met andere doelen, zoals voor natuurontwikkeling en waterkwaliteit. De ministeries IenW en LNV en de provincies Overijssel en Gelderland betalen mee om deze doelen te halen. De totale kosten van de dijkverlegging worden geschat op ruim 20 miljoen euro.
“De samenwerking rond Paddenpol laat zien wat er bereikt kan worden als we krachten bundelen. Verschillende maatschappelijke doelen worden op een klein stukje land in één keer bereikt. Van waterveiligheid tot natuur en van waterkwaliteit tot klimaatadaptatie. Een mooie kans die we nu gezamenlijk binnen schieten,” licht bestuurder Breun Breunissen van het waterschap toe.
Versterking IJsseldijk Zwolle-Olst
Nu de samenwerkingsovereenkomst is ondertekend, volgt de stap van het inrichtingsplan naar een uitwerking van een Voorlopig en een Definitief Ontwerp. Naar verwachting gaat voor het project IJsselwerken in 2023 de eerste schop de grond in en is het in 2027 klaar.
Deze tekst verscheen eerder op de website van Staatsbosbeheer.